Middels een persbericht blikken we met de voorzitter van de MVO-Keurmerkcommissie terug op de ontwikkelingen van het MVO-Keurmerk in de afgelopen jaren. We staan stil bij de vernieuwing van de huisstijl, indeling van meerdere niveaus op de ISO 26000 norm en de uitreiking van het 100e MVO-Keurmerk. Daarnaast gaan we in op twee kenniscentra die wij benaderden om een artikel waarin het MVO-Keurmerk werd benoemd.

1. Ha Peter, als voorzitter van de MVO-Keurmerkcommissie ben je sinds de start betrokken. Met welke verwachting begon je aan je taak als voorzitter?

De verwachtingen die ik had waren nog al vaag. Wat kun je verwachten als je weinig ervaring hebt met het bedrijfsleven? Welke bedrijven zou ik tegenkomen? Ik had er geen flauw idee van. Het hele gebeuren leek me wat amateuristisch aandoen toen er nog geen 10 keurmerkhouders waren. Maar dat was ik zelf ook, dus… gewoon beginnen. Mijn persoonlijke instelling was gericht op de natuur om mij heen. Daar zag ik een aantal dingen fout gaan. Mijn periode in de gemeenteraad heeft me ook opgescherpt om de dingen niet zomaar te accepteren. Dat alles heeft me wel geholpen om deze functie steeds beter in te vullen.

2. In de beginjaren waren het vooral bedrijven uit de facilitaire sector die het MVO-Keurmerk behaalden. Hoe stond je tegenover deze eenzijdigheid van het portfolio?

Het leek me een wat ongezonde situatie, die natuurlijk ontstaan was vanuit contacten van de adviseur in de facilitaire sector. Toen het aantal keurmerkhouders toenam, begon ook de verhouding beter te worden. Dat zet zich nu voort.

3. Gedurende de coronaperiode werd het MVO-Keurmerk bij wijze van uitzondering digitaal getoetst. Hoe stond je hier tegenover?

Met de gegeven situatie moet je dealen. Daar zit niets anders op. Als voorzitter ben ik overigens allereerst verantwoordelijk voor een kwalitatief betrouwbaar meetinstrument. Uiteraard ben ik natuurlijk ook betrokken bij het toetsen zelf. In coronatijd is dat gewoon behelpen.

4. Het MVO-Keurmerk ontwikkelde gedurende de coronaperiode een nieuwe huisstijl en indeling van de checklist in de niveaus Basic, Brons, Zilver en Goud. Waarom was dit volgens jou van belang?

Bij deze ontwikkeling heb ik mezelf de vraag gesteld hoe je op de lange termijn de keurmerkhouders aan je weet te binden die de lat steeds hoger willen leggen. Dan praten we dus over effecten op de lange termijn. Met de keus voor een vervolgtraject met niveaus dachten wij een middel te hebben gevonden om de inhoud van het MVO-keurmerk te laten landen in elk bedrijf op een zodanige manier dat uiteindelijk de hele organisatie betrokken is bij de MVO-doelstellingen. We komen hier later nog op, maar de indeling in niveaus maakt ook contacten met overheid, uitschrijvende partijen van aanbestedingen en politieke invloed mogelijk.

5. De vraag die menig stakeholder op de lippen brandt: jullie begonnen bij 0 MVO-Keurmerkhouders, wanneer kreeg je als voorzitter het gevoel dat het MVO-Keurmerk wellicht tot een grote landelijke dekking van gecertificeerde organisaties kon komen?

Dat was in de eerste plaats het moment dat er binnen ons eigen keurmerk er de moed bleek te zijn om door te ontwikkelen en te professionaliseren. Daarnaast werd de vraag gesteld op welke manier we beter in de markt zouden kunnen komen. Daar was zeker ook de relatie met het overheidsbeleid op dit punt van belang. Als wij ons als een serieuze partner voor de overheid zouden weten neer te zetten, zou er een grote landelijke dekking van gecertificeerde organisaties kunnen ontstaan.

6. Wat betekent de uitreiking van het 100e MVO-Keurmerk voor jou en de Keurmerkcommissie?

Veel. Zeker als je weet waar ons keurmerk vandaan is gekomen. Daarbij komt ook nog de snelheid van de groei van het aantal certificaathouders. Ik had nooit verwacht dat het zo zou lopen.

7. Recent werd er intern een artikel onder de aandacht gebracht van Rendement Uitgeverij. In dit artikel werd onder ‘algemeen bekende MVO keurmerken’ het MVO-Keurmerk buiten beschouwing gelaten.

Wat betekent dit voor jou als voorzitter en hoe ga je hier mee om?

In zijn algemeenheid geldt: onbekend maakt onbemind. Dat zou een keer voorbij moeten zijn. Het stimuleert om door te gaan op het groeispoor en natuurlijk is het ook een stimulans om contact op te nemen met de uitgeverij om het bestaan van ons keurmerk onder de aandacht te brengen.

N.B.: de contactpersoon die bij dit artikel werd opgenomen is benaderd door de MVO-Keurmerkcommissie. Zij geeft aan dat zij geen relatie heeft met het artikel. Het artikel is inmiddels verwijderd.

8. Een artikel van ManagementSite wees recent op een zelfde onwetendheid door het bestaan van een MVO-keurmerk te weerleggen met: ‘nee er is geen algemeen geldend keurmerk voor Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen’.

Hoe komt het volgens jou dat dergelijke kennisnetwerken het MVO-Keurmerk niet benoemen. In vervolg hierop, ligt dit aan onwetendheid of onwelwillendheid?

Ik hou het voorlopig op onwetendheid. Geef dit proces de tijd. Zorg voor kwalitatieve groei van ons keurmerk. Zorg voor de kwantitatieve groei van het aantal keurmerkhouders. Zorg voor voldoende media-aandacht. Dat zijn we aan het doen en zullen we nog meer gaan doen.

9. Naast de berichtgeving van deze kennisnetwerken is er positief nieuws te melden.

Binnen het ministerie van Binnenlandse Zaken voerde de Rijksinkoopsamenwerking een onderzoek naar MVO certificeringen uit die kunnen dienen als objectief criterium voor offerteaanvragen onder de aanbestedingsdrempel. Het MVO-Keurmerk en haar Keurmerkhouders werden opgenomen in dit onderzoek.

Dit staat in schril contrast met de artikelen van deze kenniscentra. Hoe kan het volgens jou dat Koninklijke Hofleveranciers, het studentuitzendbureau van de TU Delft en nu een instantie als de RIS het MVO-Keurmerk wel weten te vinden en deze kennisnetwerken niet?

Het rijmt niet met elkaar.

10. Tenslotte, waar hoop je het MVO-Keurmerk na dit kalenderjaar te zien staan in haar ontwikkeling?

Laat het helder zijn dat die hierboven genoemde kenniscentra ons niet meer over het hoofd blijven zien. Laat de groei van het keurmerk zodanig zijn dat we als groeiende professionele organisatie een nog beter professioneel product op de markt blijven neerzetten waar de Triple P (People, Profit, Planet) bij gebaat is!